WOZ-waarde niet aannemelijk gemaakt
De moeizame markt voor onroerende zaken heeft gevolgen voor de WOZ-waarden.
Iemand zette zijn woning in oktober 2008 te koop voor een vraagprijs van € 279.500. Na verlaging van de vraagprijs tot € 265.000 in 2010, werd de woning uiteindelijk in 2011 voor € 252.500 verkocht. De gemeentelijke heffingsambtenaar had de WOZ-waarde op waardepeildatum 1 januari 2009 gesteld op een bedrag van € 292.000. Na bezwaar was de WOZ-waarde verlaagd tot € 280.000.
Hof Arnhem vond aannemelijk dat de waarde van de woning ten tijde van de verkoop in 2011 niet hoger was dan de gerealiseerde verkoopopbrengst van € 252.500. De gemeentelijke heffingsambtenaar slaagde er niet in aannemelijk te maken dat de woning op 1 januari 2009 tenminste € 280.000 waard was. De veronderstelde waardedaling van € 27.500 in een periode van ruim twee jaar vond het hof niet aannemelijk. De door de eigenaar van de woning bepleite waarde van € 260.000 op de waardepeildatum vond het hof wel aannemelijk. Deze waarde week niet veel af van de door de makelaar voor de verkoopopdracht opgestelde taxatie.
Deel dit artikel:
Gerelateerd nieuws
Fiscale aspecten cryptovaluta
22 juni 2018De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Eerste Kamer een uiteenzetting gegeven…
Geen versoepeling aflossingsverplichting
21 juni 2018De rente die wordt betaald voor de financiering van een eigen woning is aftrekbaar op voorwaarde dat…
Bedragen kinderopvangtoeslag 2019
21 juni 2018De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een ontwerpbesluit gepubliceerd met…