Nieuws

Verdere beperking pensioenmogelijkheden aangekondigd

18 april 2013

Nadat eerder de AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd zijn verhoogd (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd) wordt nu een verdere stap gezet om pensioenregelingen te versoberen. Dat gebeurt door de fiscale aftrekbaarheid van pensioenpremies te beperken. Om dat te bereiken is een wetsvoorstel ingediend, dat per 1 januari 2015 de opbouw van een ouderdomspensioen van 70% van het gemiddelde inkomen in 40 jaar mogelijk maakt. De maximaal toegestane opbouw per dienstjaar voor een middelloonregeling wordt 1,75% van het salaris. Voor een eindloonregeling bedraagt de maximale opbouw 1,55% per dienstjaar. De maximaal toelaatbare opbouw van partner- en wezenpensioen wordt eveneens verlaagd.

Een verdere beperking wordt bereikt door het pensioengevend inkomen te beperken tot € 100.000 per jaar. Voor zover het inkomen hoger is dan dit bedrag is fiscaal gefacilieerd opbouwen van pensioen niet meer mogelijk. Voor de berekening van de pensioenopbouw moet dit inkomen nog worden verminderd met de AOW-franchise. Dat is het deel van het inkomen waarover geen pensioen kan worden opgebouwd omdat de AOW-uitkering geacht wordt daarin te voorzien. Het maximale pensioengevend inkomen wordt jaarlijks geïndexeerd.
Eerder was de pensioenrichtleeftijd met ingang van 2014 al verhoogd naar 67 jaar om vervolgens te worden gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. De aanpassingen in het wetsvoorstel betreffen niet alleen pensioenregelingen voor werknemers, maar ook verplichte beroepspensioenfondsen voor ondernemers en de mogelijkheden van aanvullend pensioen via lijfrenten. Ook de toevoeging aan de oudedagsreserve voor ondernemers zal worden beperkt.

Pensioentoezeggingen die uitgaan boven de hiervoor genoemde grenzen worden fiscaal gesplitst in een zuiver deel en een onzuiver deel. Het zuivere deel is een onbelaste aanspraak. Het onzuivere deel is een vermogensrecht dat in box 3 van de Inkomstenbelasting valt. De Pensioenwet zal worden aangepast om te voorkomen dat het afkoopverbod voor pensioenregelingen van toepassing is op het onzuivere deel van het pensioen. In de Pensioenwet wordt ook opgenomen dat werknemers niet verplicht kunnen worden om deel te nemen aan fiscaal bovenmatige pensioenregelingen.

Werkgevers en werknemers hebben tot 1 juni de tijd om met alternatieven te komen voor de door het kabinet voorgestelde ingrepen in de pensioenopbouw.

Deel dit artikel: