Nieuws

Recht op aftrek voorbelasting

2 augustus 2012

Het systeem van de heffing van omzetbelasting werkt zodanig, dat een ondernemer aan zijn afnemer op de factuur belasting in rekening brengt en deze belasting, verminderd met de belasting die andere ondernemers aan hem in rekening hebben gebracht, betaalt aan de Belastingdienst. Het recht op aftrek van zogenaamde voorbelasting is gekoppeld aan de factuur van de leverancier. Dit recht vormt volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie EU een basisbeginsel van het btw-stelsel, dat alleen kan worden beperkt in geval van fraude of misbruik. Het recht op aftrek van voorbelasting mag niet worden beperkt voor een belastingplichtige die niet wist of had kunnen weten dat de handeling, waarvoor hij een factuur ontving, deel uitmaakte van fraude door de leverancier of dat eerder in de keten btw fraude was gepleegd.
De Belastingdienst zal met objectieve gegevens moeten bewijzen dat de belastingplichtige wist of had moeten weten dat sprake was van fraude.

Het is de lidstaten van de EU niet toegestaan om het recht op aftrek te weigeren omdat de afnemer niet heeft onderzocht of de opsteller van de factuur voor de goederen waarvoor om aftrek wordt verzocht, belastingplichtig was, of hij de betrokken goederen in bezit had, of hij de goederen kon leveren en of hij zijn verplichtingen ter zake van btw-aangifte en -betaling is nagekomen. Evenmin mag het recht op aftrek worden geweigerd omdat de afnemer niet over andere documenten dan de factuur beschikt om zijn recht op aftrek aan te tonen.

Deel dit artikel: