Matiging verzuimboete te late aangifte
Een groep van vijf BV’s deed pas aangifte vennootschapsbelasting nadat de in de aanmaning om aangifte te doen vermelde uiterste aangiftetermijn was verstreken. In verband daarmee legde de inspecteur aan iedere vennootschap ambtshalve een aanslag vennootschapsbelasting op en een verzuimboete van € 2.460 wegens het niet tijdig doen van aangifte.
De rechtbank matigde de boetes tot € 500 omdat de vennootschappen een fiscale eenheid hadden kunnen aangaan. In dat geval zou slechts één boete zijn opgelegd omdat de fiscale eenheid alleen als geheel aangifte zou moeten doen en niet per vennootschap afzonderlijk.
In hoger beroep sloot Hof Den Haag zich bij het oordeel van de rechtbank aan. De inspecteur moet bij het opleggen van een boete rekening houden met feiten en omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot het opleggen van een lagere boete dan is voorgeschreven in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst. Voor het opleggen van een verzuimboete is de mate van verwijtbaarheid niet van belang, maar een verzuimboete moet wel in een juiste verhouding staan tot de ernst van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd.
Deel dit artikel:
Gerelateerd nieuws
Fiscale aspecten cryptovaluta
22 juni 2018De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Eerste Kamer een uiteenzetting gegeven…
Geen versoepeling aflossingsverplichting
21 juni 2018De rente die wordt betaald voor de financiering van een eigen woning is aftrekbaar op voorwaarde dat…
Bedragen kinderopvangtoeslag 2019
21 juni 2018De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een ontwerpbesluit gepubliceerd met…