Nieuws

Geen zakelijke reden splitsing

19 juli 2012

Voor een juridische splitsing van een vennootschap bestaan fiscale faciliteiten, waardoor directe belastingheffing kan worden voorkomen. De faciliteiten zijn niet van toepassing wanneer de splitsing geen ander doel dient dan het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. Het is mogelijk om vooraf zekerheid te krijgen over de toepassing van de splitsingsfaciliteiten door aan de inspecteur een beschikking te vragen, waarin hij aangeeft dat de splitsing niet hoofdzakelijk is gericht op het ontgaan van belasting. Ook als de inspecteur in de beschikking aangeeft dat de splitsing wel is gericht op het ontgaan of uitstellen van belasting, leidt de beschikking op zichzelf niet tot belastingheffing. Wanneer de voorgenomen splitsing ongewijzigd wordt uitgevoerd, dan kunnen de in verband met die splitsing opgelegde aanslagen worden bestreden.

 

In een voorkomend geval oordeelde Hof Arnhem dat de inspecteur terecht het standpunt had ingenomen dat er geen zakelijke redenen waren voor de splitsing, maar dat de splitsing in overwegende mate werd geacht te zijn gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. Er waren geen conflicten tussen de aandeelhouders die de bedrijfsresultaten van de te splitsen vennootschap konden beïnvloeden of haar voortbestaan zouden bedreigen en op korte termijn werd geen bedrijfsopvolging verwacht. Volgens de Hoge Raad is het hof niet uitgegaan van een onjuiste beoordelingsmaatstaf. Omdat het oordeel van feitelijke aard was en niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd, was het niet voor cassatie vatbaar.

Deel dit artikel: