Nieuws

Geen vrijstelling medische prestaties voor uitlening personeel

13 februari 2013

Voor de toepassing van de Wet op de Omzetbelasting is iedereen die zelfstandig een bedrijf uitoefent ondernemer. Hof Amsterdam moest onlangs in hoger beroep oordelen over het ondernemerschap van een maatschap, waarvan de maten werkzaamheden verrichtten in ziekenhuizen. De maatschap presenteerde zich op haar eigen website als een collectief waar een ziekenhuis terecht kan bij een tekort aan personeel en bood haar diensten aan tegen een vergoeding. In de opdrachtovereenkomsten werd de maatschap en niet de individuele maat als partij genoemd. De maatschap factureerde voor de verrichte werkzaamheden en hanteerde standaardtarieven voor de maten. Hof Amsterdam onderschreef het oordeel van de rechtbank Haarlem dat de maatschap ondernemer was voor de omzetbelasting.

 

Vervolgens moest de vraag beantwoord worden of de vrijstelling van omzetbelasting voor medische diensten van toepassing was op de diensten die de maatschap verrichtte. De diensten van de maatschap vormen voor de patiënten van een ziekenhuis geen doel op zich, maar zijn een onontbeerlijk onderdeel van de medische verzorging binnen het ziekenhuis. De diensten vallen niet onder medische verzorging of verpleging. De vrijstelling kon daarom alleen worden toegepast als deze diensten nauw met de medische verzorging of verpleging samenhingen. In het arrest Horizon College heeft het Hof van Justitie EU de voorwaarden geformuleerd die aan nauw samenhangende diensten worden gesteld. Een van deze voorwaarden is dat de diensten niet rechtstreeks mogen concurreren met activiteiten van aan de omzetbelasting onderworpen commerciële ondernemingen. Hof Amsterdam deelde de opvatting van de rechtbank dat de diensten van de maatschap concurreren met de diensten die uitzendbureaus aanbieden. Gevolg is dat de diensten van de maatschap niet zijn vrijgesteld van omzetbelasting.

Deel dit artikel: