Nieuws

Bouwvergunning terecht als privévermogen aangemerkt

17 augustus 2012

De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat geen beroep in cassatie wordt ingesteld tegen een uitspraak van Hof Amsterdam over de vermogensetikettering van een bouwvergunning. De procedure had betrekking op een landbouwer die in het jaar 2000 een perceel cultuurgrond van ruim 10 hectare kocht. Twee hectare merkte hij aan als privévermogen, de rest was ondernemingsvermogen. De landbouwer verzocht de gemeente om wijziging van het bestemmingsplan, zodat hij op het privéperceel een bedrijfswoning zou kunnen vestigen. Ruim een jaar later vroeg de landbouwer een vergunning voor de bouw van een woning met bedrijfsruimte op het privéperceel. De gemeente verleende de gevraagde vergunning. De vraag was of de bouwvergunning verplicht ondernemingsvermogen was en zo ja, of de landbouwer de vergunning in verband met de bouw van het woonhuis en de schuur op de privégrond aan zijn ondernemingsvermogen heeft onttrokken.

De inspecteur was van menig dat de landbouwer de bouwvergunning als particulier niet had kunnen krijgen. Hof Amsterdam oordeelde dat het benadrukken van de noodzaak van de bouw van een bedrijfswoning voor het bedrijf bij de aanvraag van de bouwvergunning niet meebrengt dat de bouwvergunning tot het ondernemingsvermogen moest behoren. Volgens het hof was het moeilijk om de bouwvergunning los te zien van het perceel grond waarop de bouwvergunning betrekking heeft. Daarom vond het hof dat de landbouwer de verkregen bouwvergunning tot zijn privévermogen mocht rekenen. De staatssecretaris vindt het oordeel van het hof, gelet op de feitelijke functie van het perceel, niet onbegrijpelijk.

Deel dit artikel: