Afwaardering vordering op werkgever
Een werkgever had een betalingsachterstand bij de Belastingdienst. De werkgever beschikte over onvoldoende middelen om te betalen en kreeg geen krediet van een bank vanwege zijn slechte financiƫle positie. Een werknemer was zo bang dat hij zijn baan zou verliezen, dat hij een geldlening verstrekte aan zijn werkgever. Deze vordering werd waardeloos toen de werkgever enkele jaren later failliet ging.
Volgens de Hoge Raad had de werknemer geld aan zijn werkgever geleend met geen ander doel dan het behoud van zijn dienstbetrekking. De waardevermindering van de vordering kwam om die reden niet als negatief loon in aftrek op het inkomen van de werknemer. Eerder in de procedure oordeelde Hof Arnhem nog dat dit wel het geval was. Dat oordeel is volgens de Hoge Raad gebaseerd op een onjuiste rechtsopvatting.
Deel dit artikel:
Gerelateerd nieuws
Fiscale aspecten cryptovaluta
22 juni 2018De staatssecretaris van FinanciĆ«n heeft in een brief aan de Eerste Kamer een uiteenzetting gegeven…
Geen versoepeling aflossingsverplichting
21 juni 2018De rente die wordt betaald voor de financiering van een eigen woning is aftrekbaar op voorwaarde dat…
Bedragen kinderopvangtoeslag 2019
21 juni 2018De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een ontwerpbesluit gepubliceerd met…